Web Site   

man‎Theodoricus "Diederik" van Bylandt Ridder Heer van Bylandt
[tekst]
(landgoed onder Pannerde)
Heer van Millingen en Pannerden,‏‎
Overleden ‎voor 1326
[Tekst]
De stamvader van dit voorname geslacht, werd in 1289 genoemd als getuige bij een brief aan het klooster Bethlehem bij Doetinchem.
Hij verkocht op 24-8-1294 met zijn vrouw hun drie delen der "gruyt" van Zutphen aan graaf Reinoud van Gelre en werd in 1303 beleend met Pannerden en met Bilant (in 1306 door graaf Otto van Kleef).
In 1311 was hij lid van de raad van graaf Otto van Kleef, en zegelde een brief van het kapittel van Wifschel in 1312.

Gehuwd met:

Kinderen:

1.
manOtto (1) (de Oude) van Bylandt Ridder‏
Overleden ‎± 1357
[Tekst]
Otto heeft in 1318 een geschil met Wouter van Keppel en heer Borre van Doornick en wordt door den graaf van Gelre tot een boete van 1700 ponden verwezen.
In 1335 zegelt hij met Reinoud van Gelre en met Hendrik heer van de Lecke. Deze was zijn neef, die hem in 1340 aanstelt tot bewaarder en ambachtsman van al zijn renten en goederen in Z.-Holland.
In 1346 was hij getuige van heer Willem van Doornick en zegelde toen als ‘de oude’.
In 1348 was hij met zijn broeders Diederik en Otto van Bilant (de jonge) borg voor heer Diederik van Hessen.
[bron: NNWB]

2.
manDirck van Bylandt Ridder‏
Overleden ‎voor 1369
[Tekst]
Dirck, (Diederik), was in 1350 thijnsplichtig aan den hof van Angeren, wegens goederen, welke oorspronkelijk aan Johan van der Lecke behoorden.
In 1354 en 1357 was hij was met zijn broeder Otto van Bylandt, den ouden, borg voor den graaf van Kleef, en hij was in 1359 met heer Otto van B. aanwezig bij de vrede (landvredebond) tussen Gelre en Kleef.
Hij was thynsplichtig aan het Domkapittel te Utrecht wegens het goed te Doornenburg gelegen dat; in 1368 werd deze thijns door zijn zoon Johan betaald. Hij was dus in dat jaar, of kort daarvóór, overleden.


Voor meer informatie neem contact op met Leo den Hollander: E-mail: lgdh@vitelcom.nl